Tjalk met opduwer

Tjalk met opduwer

Gebouwd in 2024 door F. Dekker

Rond de eeuwwisseling (1900) bestond de binnenvaartvloot nog vrijwel geheel uit zeilschepen zoals tjalken, klippers en aken. Er kwamen toen (auto) motoren ter beschikking
welke ook geschikt konden worden gemaakt voor de binnenvaart schepen. Omdat deze motoren ruimte innamen die eigenlijk voor de lading bestemd was, werd daar een oplossing voor gevonden. Een klein scheepje, de opduwer, werd ontwikkeld. Deze werd met kabels achter
een binnenvaartschip vast gemaakt en duwde het schip. De schipper diende op de opduwer te stappen, de motor te starten en daarna weer naar zijn eigen schip over te stappen. Sturen werd met de eigen tjalk/klipper/aak gedaan. Later werd een metalen staaf gemaakt, waarmee men vanaf het binnenvaartschip de motor in zijn vrij, vooruit en achteruit kon zetten. Deze opduwer met tjalk, geladen met suikerbieten, werd gemaakt in een defect laboratoriumglas. De uit 2 delen bestaande boeg en achterschip werden via de naar onder staande opening naar binnen gewerkt, evenals de opduwer (in zijn geheel), de scheepszijde
en mast werden via de bovenliggende openingen aan de uiteinden naar binnen gewerkt.